De G7-top is afgelopen ... en hoewel we zulke ontmoetingen misschien te snel aan ons laten voorbijgaan, was deze top toch wel een belangrijke. Belangrijk omdat Sir David Attenborough het zegt, belangrijk omdat er afspraken werden gemaakt voor de toekomst.
When Attenborough speaks ...
Tijdens het nuttigen van Britse kippenbillen op een informele barbecue werd een videoboodschp van Attenborough gedeeld. Zijn boodschap was duidelijk: dit zou weleens de belangrijkste top van deze eeuw kunnen worden, rekening houdend met wat wij als mens op onze planeet aanrichten en wat we hier jaar op jaar ‘ontwrichten’. Zijn boodschap was helder, gekend en krachtdadig. En hoe jammer het ook is dat deze boodschappen steeds weer nodig zijn, toch zagen we vandaag meer dan een lauwe, klassieke politieke reactie. De politici hebben grootse plannen voor het klimaat, plannen die ze reeds gefaseerd aan het uitvoeren zijn. Wellicht geen intentieverklaringen, maar tastbare zaken.
Uitfasering fossiele energie
De belangrijkste plannen zijn gericht op het versneld uitfaseren van steen- en bruinkool voor de productie van elektriciteit. We zagen in Europa hoe dan ook reeds een versnelde daling, ten voordele van duurzame energieproductie.
Een ander punt is elektrische mobiliteit. Dat een land als de Verenigde Staten aankondigt fossiele brandstofwagens uit te faseren tegen 2030, is op zijn minst extra aandacht waard. Dat is nieuws. Dat andere aanwezige vertegenwoordigers dat beamen, uiteraard ook. De Verenigde Staten zijn hoe dan ook benzineminnend, zeker wanneer je kijkt naar de talloze populaire energieslurpende SUV’s en pick-uptrucks. Om dat tij te kunnen doen keren op 9 jaar tijd, dat is sterk. We zullen zien hoe het daar verloopt, want zoals je weet kan de volgende president zulke beleidsnota’s makkelijk terugschroeven (helaas).
Focus op elektrische mobiliteit
Maar goed, ik wil me vooral focussen op die ambitie om tegen 2030 brandstofwagens op een grotere schaal uit te faseren ten voordele van elektrische mobiliteit. Gesteld dat zo’n intentie effectief zou worden omgezet in beleid dat uitgevoerd wordt, is er de komende jaren nog werk aan de winkel:
- landen gaan de uitrol van laadinfrastructuur moeten opschalen; beste overheid, geef ons een seintje;
- ze gaan moeten inschatten hoeveel elektrische wagens er tegen 2030 zullen rondrijden alsook hoe de verhouding met de elektriciteitscapaciteit zit. In een recent rapport van Fluvius en Febiac zou België bijvoorbeeld voldoende capaciteit moeten hebben, uitgaande van de huidige vooropgestelde groei van elektrische wagens (1,5 miljoen in 2030). Alleen weten we tot op heden nog niet wat de politiek nu eigenlijk van plan is met onze energiebevoorrading de komende jaren. Want gascentrales lijken me niet meteen de beste oplossing;
- we gaan moeten werken aan die symbolische knop die doorsnee consumenten dienen om te draaien. Er zijn nog teveel onjuiste vooroordelen over elektrische mobiliteit en die moeten we zien weg te werken. Het gaat om de bewuste mindset. Geef het tijd, komt wel goed;
- overheden gaan in Europa moeten samenwerken om openbaar vervoer beter op mekaar te kunnen afstemmen zodat we makkelijker met de trein kunnen reizen en minder met het vliegtuig of de wagen. Die laatste hoeft dan geen actieradius van 1000 km te hebben, wat een grote fixatie blijkt te zijn. Op die manier verlagen we meteen ook een belangrijke ecologische voetafdruk;
- autofabrikanten gaan kleur moeten bekennen. Er zijn al heel wat merken die nu reeds de ontwikkeling van brandstofmotoren stopzetten, ten voordele van R&D in elektrische mobiliteit. Maar we zijn er nog niet. Duitse merken investeren immers nog steeds in de ontwikkeling van dieselmotoren, ook al zien we dat ze nog maar een kwart van de verkoop in Europa vertegenwoordigen. Ze vormen via de Duitse overheid trouwens een sterke lobbygroep op Europees niveau, waardoor ambitieuze doelstellingen wat worden afgeremd. Ook daar verwacht ik echter positieve evoluties, zeker na de G7 waarop Merkel ook aanwezig was, ze gaat dat niet zomaar kunnen negeren, zeker niet indien het verder gaat dan een intentieverklaring;
- overheden zullen de richtlijnen voor energieconsumptie en -installatie moeten moderniseren, want er zijn - zeker in België - teveel hiaten of grijze zones in de regelgeving bij netbeheerders, vaak niet afgestemd op de snel veranderende realiteit van vandaag. Ook daar verwacht ik positieve aanpassingen, maar hopelijk niet volgens het typisch Belgische model, waar je eerst een kluwen aan instanties moet passeren alvorens iets te kunnen doen bewegen.
De uitdagingen zijn er, dat gaat niemand in twijfel trekken, maar de ambitie is er ook en dat is even belangrijk. Het feit dat elektrische mobiliteit zo prominent aan bod kwam, is een primeur en een zeer duidelijk signaal naar de automobielindustrie, overheden en consumenten toe: zet je schrap voor een ontzettend boeiend decennium! We gaan naar een vernieuwde vorm van mobiliteit, maar ook van de autoindustrie, die qua aanbod, maar ook qua aanpak sterk zal veranderen.
Het is hoe dan ook uitkijken naar hoe automerken zullen omgaan met de druk van overheidswege om om te schakelen. Het is uitkijken naar het groeiende aanbod, de dalende prijzen en de ontwikkelingen op de markt om van de productie van een EV een duurzaam project te maken. Dat zijn we Attenborough verschuldigd, dat zijn we onze planeet verschuldigd.